In Nederland doet iedereen aangifte inkomstenbelasting. Tijdens dit jaarlijkse ritueel beseffen we allemaal weer even hoeveel van ons inkomen naar het algemeen belang gaat. Dat kan pijn doen. Maar het kan je ook trots maken. Het is namelijk eerbaar dat je zo’n steentje bijdraagt aan de samenleving. Wat je er ook van vindt, er is geen inkomen, euh… ontkomen aan. Voor mensen in loondienst is die jaarlijkse aangifte niet zo spannend, maar voor ondernemers is het toch wat uitgebreider. Daarom is een beetje basiskennis belangrijk. Zo bespaar je jezelf niet alleen tijd en geld, maar ook een hoop stress.
Inkomstenbelasting betaal je als ondernemer over wat je verdient. In principe geldt dat hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt. Het is de belangrijkste inkomstenbron voor de staat, ongeveer een derde van de begroting komt hiervandaan. In feite gaat de aangifte om een combinatie van twee belastingen:
- inkomstenbelasting (ib);
- bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw).
Deze bedragen moet je apart betalen, je krijgt dubbele post en je hebt twee keer zoveel kans om een fout te maken. Geen wonder dat er oneindig veel cursussen zijn om dit te begrijpen. Maar laat je niet gek maken: zie deze twee gewoon als één en dezelfde belasting.
Ben je ondernemer voor de inkomstenbelasting?
Het klinkt wat vreemd, maar niet elke ondernemer is volgens de Belastingdienst ‘ondernemer voor de inkomstenbelasting’. Verkoop je af en toe een zelfgebakken taart vanuit je garage, dan ziet de Belastingdienst dat als een activiteit in de hobby- of familiesfeer. Je bent dan wel ondernemer, maar niet voor de inkomstenbelasting. En dat is financieel minder gunstig. Controleer of jij voldoet aan de criteria om als ondernemer gezien te worden voor de inkomstenbelasting.
Hoeveel inkomstenbelasting betaal je als ondernemer?
Inkomstenbelasting wordt berekend over jouw belastbare winst. Maar van die winst mogen ondernemers eerst nog een paar aftrekposten afhalen. Wat je dan onderaan de streep overhoudt, is het bedrag dat de Belastingdienst ziet als belastbare winst. Lees hoe je dat kunt berekenen en van welke aftrekposten je bijvoorbeeld gebruik kunt maken.
Wanneer en hoe doe je aangifte inkomstenbelasting als ondernemer?
Inkomstenbelasting. Niet alle ondernemers vinden het leuk, maar elke ondernemer die ook zo wordt gezien door de belastingdienst is verplicht dit in te doen. Belangrijk om dus in je zakelijke agenda te zetten, nog belangrijker om het direct goed te doen. Bekijk wanneer je het moet doen, en op drie welke manieren dit zou kunnen.
Welke aftrekposten zijn er allemaal?
Je belastbare winst is als een ui: hoe meer lagen je eraf haalt, hoe kleiner ‘ie wordt. Gelukkig zijn die lagen in dit geval fiscaal aftrekbaar. Tijd om te kijken welke aftrekposten je als ondernemer kunt gebruiken om je winst én je belastingdruk flink te verlagen. Niet elke euro die je binnenharkt, hoeft meteen richting Belastingdienst. Dankzij een aantal slimme regelingen houd je als ondernemer vaak meer over dan je denkt. Hieronder lopen we de belangrijkste aftrekposten met je door.
1. Zelfstandigenaftrek
De klassieker onder de ondernemersvoordelen. Voldoe je aan het urencriterium van 1.225 uur per jaar én word je door de Belastingdienst als ondernemer gezien? Dan heb je in 2025 recht op een zelfstandigenaftrek van €2.470. Dat bedrag trek je dus gewoon van je winst af voordat er belasting over wordt berekend.
Let op: De zelfstandigenaftrek wordt sinds 2020 stapsgewijs afgebouwd. In 2026 is ‘ie naar verwachting nog maar zo’n €900. Dus: pak wat je pakken kunt zolang het kan.
2. Startersaftrek
Begin je net met ondernemen en voldoe je aan het urencriterium? Dan krijg je bovenop de zelfstandigenaftrek ook nog eens €2.123 startersaftrek. Dit mag je maximaal drie keer toepassen in de eerste vijf jaar dat je ondernemer bent.
Voorwaarden:
- Je had in de afgelopen vijf jaar niet meer dan twee keer zelfstandigenaftrek
- Je was in die periode minstens één jaar géén ondernemer
- Je voldoet aan het urencriterium
In Jip-en-Janneketaal: als je dit jaar voor het eerst (of weer opnieuw) bent begonnen met ondernemen, is de kans groot dat je deze meepikt.
3. MKB-winstvrijstelling
Na alle andere aftrekposten mag je ook nog eens 12,7% van je winst vrijstellen van belasting. Die komt bovenop bijvoorbeeld de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Deze vrijstelling geldt voor iedereen die ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ongeacht hoeveel uren je werkt. Stel je houdt na aftrekposten nog €50.000 winst over. Dan mag je 12,7% daarvan – oftewel €6.350 – nog eens belastingvrij maken.
Let op: het werkt na de andere aftrekken. Dus niet eerst winstvrijstelling en dan pas zelfstandigenaftrek.
4. Meewerkaftrek
Onderneem je samen met je partner (maar heb je géén VOF)? Dan kan de meewerkaftrek interessant zijn. Die krijg je als je fiscale partner onbetaald (of tegen een symbolisch bedrag) meewerkt in je bedrijf, minstens 525 uur per jaar. De hoogte hangt af van hoeveel uur je partner meewerkt. Het kan oplopen tot wel 4% van je winst. Dus als je partner helpt met boekhouden, pakketjes inpakken of brainstormen over je merknaam: hou het bij. Dat kan nog iets opleveren ook.
5. Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (S&O-aftrek)
Werk je aan innovatieve projecten die technisch nieuw zijn voor Nederland? Dan kom je mogelijk in aanmerking voor de S&O-aftrek (ook wel WBSO-regeling genoemd). Denk aan softwareontwikkeling, prototypes of duurzame techniek. Voorwaarden zijn streng – je moet bijvoorbeeld een S&O-verklaring aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Maar als je ‘m krijgt, levert het honderden tot duizenden euro’s aan belastingvoordeel op.
6. Investeringsaftrek
Heb je geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen van meer dan €2.801 (totaal in een jaar)? Dan kun je in aanmerking komen voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Dat is een extra aftrek van maximaal 28% van je investeringen. Geldt bijvoorbeeld voor:
- Computers
- Machines
- Gereedschap
- (Soms) bedrijfwagens
Let op: het moet wel gaan om bedrijfsmiddelen die je langer dan een jaar gebruikt én je mag er niet alleen maar mee verhuren.
7. Fiscale Oudedagsreserve (FOR) – tijdelijk nog van toepassing
Let op: deze regeling wordt sinds 2023 afgebouwd. Tot dat moment mocht je een deel van je winst reserveren voor je pensioen (en daarmee tijdelijk minder belasting betalen). De reserve zelf moest je dan later alsnog afrekenen óf omzetten in een pensioenproduct. Sinds 1 januari 2023 is opbouw niet meer mogelijk, maar wie al een FOR had, mag die nog afwikkelen volgens de oude regels.
Fiscale valkuilen voor ondernemers
Ondernemen is risico nemen, zeggen ze. Maar sommige risico’s neem je liever niet – zeker niet als ze leiden tot een naheffing, boete of slapeloze nachten met de BelastingTelefoon op speaker. Dit zijn de meest gemaakte fouten door ondernemers bij hun aangifte inkomstenbelasting. Leer ervan, lach erom, en vooral: voorkom ze.
1. Je uren niet goed bijhouden
De zelfstandigenaftrek en startersaftrek krijg je alleen als je minimaal 1.225 uur per jaar aan je onderneming besteedt. En nee, de Belastingdienst neemt niet zomaar aan dat je die haalt.
Fout: “Ik heb een druk jaar gehad, dus dat zit wel goed.”
Gevolg: je kunt het niet bewijzen en loopt duizenden euro’s belastingvoordeel mis.
Oplossing: Houd een eenvoudige urenregistratie bij. Dat mag gewoon in Excel of via een app als Toggl, TimeChimp of je boekhoudpakket. Gewerkte uren, offertes maken, netwerken, reistijd naar klanten: alles telt, zolang het maar zakelijk is.
2. Zakelijke en privé-uitgaven door elkaar halen
Je koopt een laptop van je privérekening, betaalt een etentje met je zakelijke pas en boekt een werkvakantie die toch vooral als strandvakantie voelde.
Fout: je weet na afloop niet meer wat je zakelijk en wat je privé moet boeken.
Gevolg: je administratie wordt een puinhoop en je boekhouder raakt lichtelijk overspannen.
Oplossing: Open een aparte zakelijke rekening. Betaal daar álles van dat met je onderneming te maken heeft. Privékosten? Die betaal je gewoon met je privérekening. Ook als het om een broodje bij het tankstation gaat.
3. Facturen (te) laat versturen
Je hebt een klus afgerond, maar de factuur laat je nog even liggen. Drukdrukdruk. En voor je het weet is het volgend jaar én schuif je omzet door naar een ander belastingjaar dan waar het thuishoort.
Fout: je inkomsten worden niet meegenomen in het juiste jaar.
Gevolg: je belastingaangifte klopt niet. En dat kan leiden tot correcties (of erger).
Oplossing: Factureer zodra een klus klaar is. Liefst nog diezelfde week. Zo hou je overzicht, grip op je cashflow én een kloppende jaarrekening.
4. Aftrekposten vergeten
Er zijn ondernemers die belasting betalen over €50.000 winst, terwijl ze recht hadden op duizenden euro’s aan aftrekposten. Waarom? Omdat ze geen idee hadden dat die bestonden.
Fout: je denkt “dat regelt de boekhouder wel” of “ik weet niet of ik daar recht op heb”.
Gevolg: je laat geld liggen. Simpel zat.
Oplossing: Verdiep je in de basics. Deze landingspagina is al een goed begin. Twijfel je? Vraag je boekhouder expliciet naar zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling. Jij blijft de eindverantwoordelijke.
5. Geen bonnetjes bewaren
Je hebt een nieuwe telefoon gekocht, of lunchte met een klant, maar vergat het bonnetje te bewaren. Zonde, want zonder bewijs mag je de uitgave niet opvoeren als zakelijke kosten.
Fout: je gooit bonnetjes weg of bewaart ze in een schoenendoos waar ze langzaam vervagen.
Gevolg: je kunt geen bewijs leveren bij een controle en je kosten worden afgekeurd.
Oplossing: Maak direct na een aankoop een foto van het bonnetje. Je kunt dit makkelijk uploaden in boekhoudapps zoals Rompslomp, Moneybird of SnelStart. Digitaliseren = organiseren.
6. Geen buffer reserveren voor belastingen
Je ziet op je bankrekening een smak geld binnenkomen en denkt: lekker! Nieuwe MacBook, weekendje weg, misschien een extra bureaustoel voor de hond. Maar dan komt de blauwe envelop.
Fout: je hebt geen geld gereserveerd voor belasting.
Gevolg: je moet terugbetalen – en snel ook.
Oplossing: Zet standaard zo’n 30–40% van je winst opzij voor belastingen. Open een aparte spaarrekening. Zo voorkom je stress én gedwongen betalingsregelingen.
7. Je denkt dat je ’te klein bent’ om gecontroleerd te worden
Veel ondernemers denken dat de Belastingdienst alleen naar grote jongens kijkt. Niet waar. Ook zzp’ers worden gecontroleerd – juist omdat er daar zóveel van zijn. En ook juist omdat bij hen vaker dingen misgaan (al dan niet per ongeluk).
Fout: je denkt “ik vlieg onder de radar”.
Gevolg: een controle waarbij je administratie niet op orde is = stress, navordering of boetes.
Oplossing: Werk alsof je morgen gecontroleerd wordt. Houd je administratie netjes bij, bewaar alle relevante documenten en zorg voor transparantie. Dan is er niks aan de hand – en hoef je ook niet te bibberen als de Belastingdienst belt.
Ondernemer voor de inkomstenbelasting vs. btw-ondernemer
Je bent net ingeschreven bij de KVK en binnen vijf minuten word je gebombardeerd tot “ondernemer voor de btw.” Lekker dan, denk je. Maar hoe zit het met de inkomstenbelasting? Is dat automatisch geregeld? Spoiler: nee. Veel starters denken dat ‘ondernemer zijn’ één duidelijke status is. Maar in de ogen van de Belastingdienst zijn er verschillende smaken. De twee belangrijkste zijn: ondernemer voor de btw en ondernemer voor de inkomstenbelasting En nee, die vallen niet automatisch samen. Je kunt prima ondernemer zijn voor de btw, zonder dat je recht hebt op aftrekposten bij de inkomstenbelasting. Tijd om het verschil helder te maken.
Wat is een btw-ondernemer?
Je bent ondernemer voor de btw (omzetbelasting) als je zelfstandig een bedrijf of beroep uitoefent en daarmee producten of diensten levert tegen betaling. Kort door de bocht: verkoop je iets, dan ben je btw-ondernemer.
Voorbeelden:
- Een fotograaf die shoots verkoopt
- Een tekstschrijver die facturen stuurt
- Een coach met betaalde sessies
- Een webwinkel met zelfgemaakte tassen
Gevolgen:
- Je moet btw rekenen aan klanten (meestal 21%)
- Je doet btw-aangifte (per maand, kwartaal of jaar)
- Je mag btw op zakelijke kosten aftrekken
- De Belastingdienst kijkt hier vooral naar omzet: draai je inkomsten? Dan ben je (waarschijnlijk) btw-plichtig. Er is geen urencriterium of ondernemersrisico nodig.
Wat is een ondernemer voor de inkomstenbelasting?
Dit is een andere categorie. Hier kijkt de Belastingdienst naar:
- Of je winst maakt (of verwacht te maken)
- Of je zelfstandig werkt
- Of je ondernemersrisico loopt
- Hoeveel tijd je aan je bedrijf besteedt (minimaal 1.225 uur voor sommige aftrekposten)
Waarom is dit belangrijk? Omdat alleen ondernemers voor de inkomstenbelasting gebruik kunnen maken van aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. En dat kan je duizenden euro’s per jaar schelen.
Je kunt btw-ondernemer zijn, zonder IB-ondernemer te zijn
Even een praktisch voorbeeld: Je verkoopt af en toe illustraties via Etsy, verdient daar een paar honderd euro per jaar mee, hebt een website en vraagt netjes btw terug. Dan ben je een btw-ondernemer. Maar de kans is groot dat de Belastingdienst je niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting ziet. Waarom niet?
- Te weinig omzet
- Geen winstdoel
- Nauwelijks tijdsbesteding
- Geen ondernemersrisico
Gevolg: je betaalt belasting over ‘overige inkomsten’ en hebt geen recht op aftrekposten. Je bent dan formeel geen ‘ondernemer voor de inkomstenbelasting’, maar valt in een restcategorie.
Je kunt ook IB-ondernemer zijn zonder btw te betalen
Minder vaak, maar het kan ook andersom: je bent wél ondernemer voor de inkomstenbelasting, maar hoeft (tijdelijk) geen btw te betalen. Dat is het geval als je gebruikmaakt van de kleineondernemersregeling (KOR). Daarmee kun je ervoor kiezen géén btw te rekenen en af te dragen, als je omzet onder de €20.000 blijft.
Let op: dit heeft géén invloed op je status als IB-ondernemer. Je kunt nog steeds recht hebben op aftrekposten als je voldoet aan het urencriterium en de andere voorwaarden. Waarom maakt dit onderscheid uit? Omdat het bepaalt:
- Of je recht hebt op belastingvoordelen (zoals aftrekposten)
- In welk belastingregime je valt
- Hoe je je administratie moet bijhouden
- Of je überhaupt inkomstenbelasting betaalt over je winst, of dat het als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’ wordt gezien
Een verkeerde inschatting kan dus geld kosten – of gedoe opleveren bij een controle.
Hoe weet je wat jij bent?
Twijfel je of je IB-ondernemer bent? Doe dan de OndernemersCheck van de Belastingdienst. Bij twijfel over btw-plicht krijg je vaak automatisch bericht van de Belastingdienst zodra je je inschrijft bij de KVK. En als je er echt niet uitkomt: overleg met een boekhouder. Die weet exact hoe jij fiscaal wordt ingedeeld.
Dit wilden we nog even zeggen…
Je weet nu (bijna) alles over ondernemer zijn voor de inkomstenbelasting. Misschien ben je ervan gaan zweten. Misschien juist gaan glimlachen, omdat je beseft hoeveel je nog kunt aftrekken. Hoe dan ook: belasting betalen hoort erbij, maar belasting snappen maakt het een stuk draaglijker. En gelukkig hoef je het niet alleen te doen. Of je nou alles zelf regelt in Excel, werkt met een boekhoudapp of een accountant inbelt zodra je een blauwe envelop ziet — zorg dat je grip houdt. Want hoe beter jij je cijfers kent, hoe steviger je onderneming staat. En hoe minder verrassingen je tegenkomt onderweg. Behalve misschien die ene vergeten bon van de HEMA, ergens tussen je administratie en de oude boodschappenlijstjes.
Veelgestelde vragen
Als je voldoet aan de 4 criteria van de Belastingdienst wel. BridgeFund legt je precies uit hoeveel uren je moet besteden, hoeveel omzet je moet halen, hoeveel opdrachtgevers je nodig hebt en wanneer je voldoende risico loopt en zelfstandig bent.
Je betaalt inkomstenbelasting over je belastbare winst. Dat is je inkomen minus allerlei gunstige aftrekposten. Tot € 73.031 betaal je 36,93% belasting. Over je belastbare winst boven dat bedrag betaal je 49,50%.
Je kan vanaf 1 maart aangifte inkomstenbelasting doen voor het afgelopen jaar. Meestal krijg je van de belastingdienst tot 1 mei de tijd.
Je aangifte inkomstenbelasting doe je digitaal. Log in op Mijn Belastingdienst met je DigiD. Vanaf 1 maart staat de aangifte voor je klaar.
Net als mensen in loondienst betalen ondernemers inkomstenbelasting over hun inkomen. Als zzp’er of eigenaar van een eenmanszaak of vof krijg je geen salaris. Je inkomen is dan gelijk aan je bedrijfswinst.