Ga naar content
Laatst bijgewerkt op 4 december 2025 om 09:53
In het kort
  • Groottecriteria bepalen of je een micro, klein, middelgroot of groot bedrijf bent, gebaseerd op activa, netto-omzet en personeelsaantallen.
  • Classificatie is cruciaal voor de jaarrekening: grote bedrijven moeten uitgebreide balansen indienen, kleine bedrijven kunnen volstaan met verkorte versies.
  • Criteria worden vastgesteld volgens BW2 titel 9 en blijven consistent over meerdere jaren, zoals te raadplegen bij de Kamer van Koophandel.

De groottecriteria bepalen in welke categorie jouw onderneming valt: micro, klein, middelgroot of groot. Hoe vaak je Tinder-date of je voetbalvrienden ook zeggen dat het niet zo is: size does matter. Zeker als het om je jaarrekening gaat. Je groottecategorie bepaalt namelijk hoeveel je moet publiceren, wat je moet toelichten en of er een accountant met een kritisch oog over je schouder komt meekijken.

Deze indeling is altijd gebaseerd op drie vaste cijfers uit je administratie: het balanstotaal, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers. Pas als je die drie naast elkaar legt, kun je bepalen binnen welk grootteregime je valt en welke verslaggeving daarbij hoort.

In dit artikel helpen we je stap voor stap door de regels heen, met de grensbedragen die gelden voor boekjaren die starten op of na 1 januari 2024. Zo weet je precies welke categorie je moet hanteren en voorkom je dat je achteraf nóg een keer aan je jaarrekening moet sleutelen.

Wat zijn de groottecriteria?

De groottecriteria bepalen hoe jouw onderneming officieel wordt ingeschaald. Niet omdat de KvK graag met labeltjes strooit, maar omdat jouw categorie bepaalt hoeveel verslaggevingsplicht je krijgt. Micro, klein, middelgroot of groot klinkt misschien alsof je een veel te dure koffie to go bestelt, maar voor de jaarrekening maakt het een wereld van verschil.

De regels gelden voor rechtspersonen die onder BW2 titel 9 vallen, het juridische kader dat bepaalt welk grootteregime je moet volgen en welke jaarrekening-criteria daarbij horen. Denk aan een bv, nv, coöperatie of stichting met een publicatieplicht. Voor al die vormen kijkt de wet naar dezelfde drie maatstaven:

  • het balanstotaal
  • de netto-omzet
  • het gemiddeld aantal werknemers (in fte)

Om binnen een categorie te vallen, moet jouw onderneming in twee opeenvolgende boekjaren aan minstens twee van deze drie criteria voldoen. Val je in één jaar boven of onder een grens, dan schuif je dus niet meteen door. De wet kijkt bewust naar twee verslagjaren om te voorkomen dat één topjaar of juist een dip automatisch leidt tot een zwaardere of lichtere categorie.

Wist je dat… Voor startende ondernemingen het eerste boekjaar op zichzelf mag worden bekeken? Handig als je in je eerste jaar nog niet weet of je straks in de categorie micro of klein valt.

BF_Portret__0000s_0000_Jeroen-With
  • Jeroen
  • Head of Finance

Welke grensbedragen gelden voor de groottecriteria?

Om te bepalen of jouw onderneming onder micro, klein, middelgroot of groot valt, gelden vaste grensbedragen. Die zijn in 2024 verhoogd, mede door Europese regels en inflatiecorrecties. Sinds boekjaren die starten op of na 1 januari 2024 hanteer je dus de nieuwe, hogere bedragen. Fijn voor veel ondernemers, want door de verhogingen val je minder snel in een zwaardere categorie.

Hieronder vind je de actuele grensbedragen voor de drie maatstaven: balanstotaal, netto-omzet en gemiddeld aantal werknemers.

Grensbedragen per categorie (grotendeels conform BW2 titel 9):

Micro-onderneming:

  • Balanstotaal: tot ongeveer € 450.000
  • Netto-omzet: tot ongeveer € 900.000
  • Werknemers: minder dan 10 fte

Kleine onderneming:

  • Balanstotaal: tot ongeveer € 6 miljoen
  • Netto-omzet: tot ongeveer € 12 miljoen
  • Werknemers: minder dan 50 fte

Middelgrote onderneming:

  • Balanstotaal: tot ongeveer € 24 miljoen
  • Netto-omzet: tot ongeveer € 48 miljoen
  • Werknemers: minder dan 250 fte

Grote onderneming

Val je boven deze grenzen, dan hoor je officieel bij ‘de grote jongens’. Ja, dat klinkt leuk voor je online datingprofiel, maar het levert je ook meer verplichtingen op. Je valt dus pas in een andere categorie als je in twee opeenvolgende jaren aan twee van de drie grensbedragen voldoet. Eén uitzonderlijk winstjaar maakt je dus niet ineens een ‘grote jongen’. Maar je date hoort dat niet van ons 😉

Twijfel je tussen micro en klein? Reken het even door met je eigen cijfers. De KvK staat misschien niet naast je bureau, maar als je verkeerd classificeert, komen ze later alsnog gezellig bij je terug.

BF_Portret__0000s_0000_Jeroen-With
  • Jeroen
  • Head of Finance

Grootteregime: jaarrekening criteria

De groottecriteria bepalen niet alleen in welk vakje jouw onderneming valt, maar ook hoeveel werk je aan je jaarrekening hebt. Micro en kleine ondernemingen komen weg met een beknopte jaarrekening, terwijl middelgrote en grote ondernemingen een heel informatiepakket moeten inleveren. Denk aan uitgebreide toelichtingen, meer publicatie-eisen en soms een accountantscontrole die niets aan het toeval overlaat.

Met andere woorden: jouw groottecategorie bepaalt hoeveel je moet laten zien, hoeveel tijd het kost én welke kosten je kunt verwachten. Op papier klinkt het overzichtelijk, maar in de praktijk kan het verschil tussen micro en middelgroot aanvoelen als het verschil tussen een boodschappenlijstje en een volledige boekhouding. Een paar herkenbare voorbeelden:

  • Kleine ondernemingen mogen een verkorte balans publiceren met beperkte toelichting.
  • Middelgrote ondernemingen moeten een volledige balans én winst-en-verliesrekening opstellen en vaak een accountantscontrole laten uitvoeren.
  • Grote ondernemingen krijgen de volledige pakketplicht en mogen niks overslaan.

De categorie kiezen is dus geen kwestie van gevoel. Fout classificeren kan leiden tot herstelverzoeken van de KvK, extra werk voor je accountant of zelfs boetes. Niet bepaald de verrassing waar je op zit te wachten als je je jaarrekening nét af hebt.

Groei je hard? Hou dan alvast in de gaten of je richting een hogere categorie beweegt. Je schuift pas door na twee jaren boven de grens, maar een heads-up voorkomt dat je verslaggeving ineens een maatje te groot voelt.

BF_Portret__0000s_0000_Jeroen-With
  • Jeroen
  • Head of Finance

Hoe bepaal je welke groottecategorie voor jou geldt?

Het bepalen van jouw groottecategorie klinkt ingewikkelder dan het is. Je hebt drie cijfers nodig, twee verslagjaren en een klein beetje geduld. Daarna weet je precies of je onder micro, klein, middelgroot of groot valt, en dus welke verslaggeving je moet opleveren.

Zo pak je het aan:

  1. Verzamel de drie kerncijfers
    Je hebt nodig: het balanstotaal, de netto-omzet en het gemiddeld aantal werknemers in fte. Niet in hoofden, maar in echte fte. Fte staat voor fulltime-equivalent: niet het aantal mensen, maar het aantal volledige arbeidsplaatsen. Drie parttimers van 0,4 zijn samen dus 1,2 fte en geen gezellig clubje van drie.
  2. Check of je onder of boven de grensbedragen zit
    Valt jouw onderneming op twee van de drie maatstaven binnen de grenzen van een categorie, dan hoor je daar thuis. Zit je op één maatstaf iets hoger, dan schuif je niet automatisch door.
  3. Beoordeel dit over twee opeenvolgende boekjaren
    De wet kijkt bewust naar twee jaren om te voorkomen dat een toevallig piekjaar of een dip je meteen in een andere categorie parkeert.
  4. Kijk welk boekjaar onder de nieuwe grensbedragen valt
    Start jouw boekjaar op of na 1 januari 2024, dan gelden de verhoogde grensbedragen. Begin je eerder, dan moet je nog de oude normen toepassen.
  5. Noteer de uitkomst en pas je jaarrekening daarop aan
    Nu weet je welk type jaarrekening je moet opstellen. Dat zorgt voor rust bij jezelf, je accountant en de KvK die anders later ‘vriendelijk doch dringend’ (het gevreesde zinnetje) contact zoekt.

Zit je qua omzet nét tussen klein en middelgroot in? Laat dan je accountant even meekijken. Soms kan een simpele timingkeuze (bijvoorbeeld wanneer je factureert) al bepalen in welke categorie je eindigt.

BF_Portret__0000s_0000_Jeroen-With
  • Jeroen
  • Head of Finance

Praktische aandachtspunten en valkuilen

De groottecriteria lijken op papier overzichtelijk, maar in de praktijk sluipen er opvallend vaak kleine foutjes in de berekening of interpretatie. En die kunnen ervoor zorgen dat je ineens in een zwaardere groottecategorie valt dan nodig is. Dit zijn de punten waarop ondernemers het vaakst struikelen.

Blijf alert als je net boven een grens zit

Soms is het verschil tussen ‘klein’ en ‘middelgroot’ letterlijk één sterke maand. Leuk voor de omzet, minder leuk als je er ineens een accountantscontrole bij krijgt. Check daarom goed hoe je cijfers uitpakken over twee jaren.

Criteria werken beide kanten op

Veel ondernemers zijn bang om omhoog te schuiven, maar omlaag kan ook. Zodra je in twee opeenvolgende jaren onder twee van de drie grensbedragen valt, kun je terugvallen naar een lichtere categorie. Geen straf, wél minder verplichtingen.

Let op de vernieuwde grensbedragen

De grensbedragen zijn vanaf 2024 flink verhoogd. Daardoor vallen veel bedrijven juist weer in een lichtere categorie. Mooi meegenomen, maar je moet wel de juiste bedragen gebruiken voor het juiste boekjaar.

Tel werknemers altijd in fte, niet in hoofden

Drie parttimers zijn geen drie medewerkers. In fte kunnen ze zomaar 1,2 zijn. Dit gaat in de praktijk het vaakst mis en verandert je categorie sneller dan je denkt.

Wees zorgvuldig met je administratie en onderbouwing

Als de KvK vragen stelt over je publicatie, is het fijn als je zonder stress kunt laten zien waar je cijfers vandaan komen. Zeker bij groeiende bedrijven is een sterke administratie goud waard.

Let op bij groepen en dochtermaatschappijen

Heb je meerdere vennootschappen of werk je met een holding? Dan kunnen de geconsolideerde cijfers bepalend zijn voor jouw categorie. Daardoor kun je onverwacht in een hogere categorie vallen dan je eigen werk-bv doet vermoeden.

Wist je dat…. Je in sommige situaties vrijwillig kunt kiezen voor een zwaarder regime? Bijvoorbeeld als je financiering zoekt en meer transparantie wilt bieden. Niet populair, wel soms strategisch.

BF_Portret__0000s_0000_Jeroen-With
  • Jeroen
  • Head of Finance

Conclusie: size does matter

De groottecriteria bepalen simpelweg in welke verslaggevingscategorie jouw onderneming valt. Oftewel: onder welke categorie jouw onderneming officieel wordt ingedeeld: micro, klein, middelgroot of groot volgens de groottecriteria onderneming. Het lijkt misschien een administratieve formaliteit, maar in de praktijk bepaalt het hoeveel informatie je moet aanleveren, of een accountantscontrole verplicht is en hoeveel tijd en kosten je kwijt bent aan je jaarrekening. Door jaarlijks je balanstotaal, netto-omzet en aantal fte’s te checken, voorkom je verrassingen én weet je precies welke verplichtingen voor jouw onderneming gelden.

Wil je het jezelf makkelijker maken? Houd de grensbedragen in de gaten, kijk twee jaar achter elkaar of je binnen dezelfde categorie valt en zorg dat je administratie klopt. Twijfel je of je op het randje zit? Laat een accountant of financieel expert meedenken. Dat voorkomt een hoop gedoe met de KvK en houdt je jaarrekening precies op het formaat dat bij je bedrijf past.

Veelgestelde vragen

Dan gelden automatisch de zwaardere verslaggevingsregels voor middelgrote ondernemingen. Dat betekent een uitgebreidere balans, meer toelichtingen en in veel gevallen een verplichte accountantscontrole. De KvK kijkt altijd naar twee opeenvolgende boekjaren, dus de overgang komt nooit volledig uit het niets.

Minimaal één keer per jaar, zodra je je jaarrekening opstelt. De categorie verandert pas als je in twee opeenvolgende jaren boven (of onder) de grens zit, maar het is wel handig om halverwege het jaar te checken of je cijfers die richting op bewegen. Zo weet je tijdig of je verslaggeving het jaar erop zwaarder kan worden.

Altijd in fte. Je telt dus geen hoofden, maar uren. Iemand die 24 uur werkt in een 40-urige werkweek telt mee als 0,6 fte. Het voelt misschien alsof je drie collega’s hebt, maar op papier is het gewoon 1,8 fte. Het gaat om het gemiddelde over het hele boekjaar.

Nee. De nieuwe bedragen gelden alleen voor boekjaren die starten op of na 1 januari 2024. Val je daarvoor, dan moet je nog de oude normen aanhouden.

Helemaal niets, zolang het niet twee jaar achter elkaar gebeurt. Eén uitschieter zorgt dus niet voor een nieuwe categorie. Pas wanneer je in twee opeenvolgende jaren boven twee van de drie groottecijfers uitkomt, wordt je onderneming officieel groter.

Ja, zolang ze onder BW2 titel 9 vallen en publicatieplichtig zijn. De criteria werken voor alle rechtspersonen met een jaarrekeningplicht.

In veel gevallen wel. Bij groepen kunnen de geconsolideerde cijfers bepalend zijn voor de categorie. Als je meerdere vennootschappen hebt, moet je dus verder kijken dan alleen de cijfers van de werk-bv.

Nee. De categorie wordt bepaald op basis van feiten. Wel kun je vrijwillig kiezen voor een zwaardere categorie, bijvoorbeeld als je financiers meer transparantie wilt bieden.

Dan kan de KvK je jaarrekening afkeuren, moet je opnieuw publiceren en kun je extra kosten krijgen doordat je accountant correcties moet doen. Het is dus een dure vergissing om dit te licht in te schatten.

Gecontroleerd door Susan Wan

CFO bij BridgeFund
Als CFO van BridgeFund speelt Susan een cruciale rol in het bevorderen van financiële stabiliteit en groei. Ze heeft een passie voor het analyseren van complexe financiële gegevens en gaat vol enthousiasme aan de slag met het implementeren van effectieve financiële processen. Met haar sterke leiderschapsvaardigheden en het vermogen om financiële doelstellingen om te zetten in tastbare resultaten, is Susan een waardevolle troef voor BridgeFund en een bron van inspiratie voor haar collega's.
Meer over mij
Susan@2x
Disclaimer

Deze informatie wordt beschikbaar gesteld met als enig doel behulpzame informatie verstrekken aan bezoekers. Aan deze informatie kan geen rechten worden ontleend. Het is ook niet bedoeld als vervanging van persoonlijk financieel advies, raadpleeg bij vragen altijd een financieel adviseur.

ted-leesbril
Ook interessant